Even voorstellen?

Jaargang 1949. Opgegroeid in het Twentse dorpje Borne. We schrijven de jaren vijftig: de bakker en de melkboer komen nog dagelijks langs de deur, de groenteman twee keer in de week. De burgemeester, de dominee en de pastoor hebben het voor zeggen. De wereld is klein, overzichtelijk en geordend, het gezag onaantastbaar. Seks bestaat nog niet 😉, er wordt althans niet openlijk over gesproken, en ministers zijn ‘Excellenties’. Maar vanuit het Oosten dreigt het Rode Gevaar.

De jaren zestig voelen als een bevrijding. Weg met die bedompte, benauwende sfeer van de jaren vijftig! PROVO oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht op mij uit, > HITWEEK verschijnt, en door de radio klinkt The house of the rising sun van de >Animals, met dat rauwe stemgeluid van Eric Burdon en dat opzwepende orgeltje van >Alan Price. Bijna word ik vanwege mijn lange haar > (zie hier) nog van school gestuurd (“liever langharig dan kortzichtig”), maar ik kies wijselijk eieren voor mijn geld en ga naar de kapper.

In de jaren zeventig verdeel ik mijn aandacht over politiek, kroeg en studie. Ik bekeer mij tot het marxisme 🙂 en word lid van PSP en later IKB (Internationale Kommunistenbond, de Nederlandse sectie van de Vierde Internationale). >Leo Trotzki en >Ernest Mandel worden mijn grote voorbeelden. Studeer in de tijd die overblijft Duits en Geschiedenis aan de lerarenopleiding in Utrecht en daarna Duitse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Utrecht. Met mijn vrienden bespreek ik tot diep in de nachtelijke uurtjes het wereldgebeuren in het Pandje, de door de legendarische >Cor Netto gedreven kroeg aan de Nobelstraat waar tout Utrecht in die tijd komt.

Ben in de jaren tachtig actief in de vredesbeweging tegen de kruisraketten en schrijf in de jaren negentig een niet afgemaakt proefschrift over de Duitse schrijver >Alfred Andersch. Nog wel een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift > (zie hier), dat de door Andersch zelf gecreĂ«erde mythe van zijn verzet tegen het nationaalsocialisme doorprikt. Andersch’ ‘Widerstand’ was vooral een Widerstand post festum.

Daarna en tot op heden: voornamelijk vertaalwerkzaamheden.